"Het is misère op de Europese beursvloeren”, aldus vermogensbeheerder René
Bastiaenen van Eureffect.
Tegen het einde van de ochtend noteerde de AEX-index van meest verhandelde
fondsen in Amsterdam 7,5 punten, ofwel 1,6 procent, lager op 476,36 punten.
Geen enkel hoofdfonds wist zich aan de negatieve teneur te onttrekken. De
MidKap-index van middelgrote fondsen daalde 1,3 procent tot 671,25 punten.
De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs leverden 1,3 tot 1,9 procent in.
De twee zwaarstwegende fondsen in de AEX, Shell en ArcelorMittal, leden
onder een verdere daling van de olieprijs. Een vat van 159 liter lichte
Amerikaanse olie werd 0,6 procent goedkoper en kostte 123,49 dollar. Dinsdag
daalde de olieprijs in New York al met 3 procent. Shell verloor 3 procent,
ArcelorMittal leverde 2,5 procent in.
Ook dienstverleners aan de olie-industrie, zoals SBM Offshore en Fugro,
moesten terug. SBM noteerde 1,5 procent in de min, Fugro verloor 2,7 procent
en behoorde daarmee tot de sterkste dalers in de MidKap.
Beleggers vrezen dat de kredietcrisis nog steeds niet is uitgeraasd, mede door
berichtgeving rond de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers die naar
verluidt kapitaal moet aantrekken om de balans te versterken. Aegon moest
2,3 procent terug, Fortis en ING verloren respectievelijk 1,6 en 1,2
procent.
Shell, ArcelorMittal en het trio (bank)verzekeraars is samen goed voor
53,5 procent van de AEX-index.
Ook elders in Europa stonden oliemaatschappijen en de financiële waarden onder
druk. Barclays, Commerzbank en Société Générale daalden 3 tot 4 procent en
Shells branchegenoten BP en Total leverden 2,7 procent in.
In Frankfurt en Parijs moest de autosector het ontgelden nadat Société
Générale het advies voor een aantal bedrijven verlaagde naar aanleiding van
tegenvallende verkoopcijfers over mei. Bandenmaker Continental verloor ruim
4 procent, autofabrikant Peugeot daalde 2,7 procent.
De publicatie van Europese macro-economische rapporten kwam het
sentiment evenmin ten goede. De inkoopmanagersindex van de dienstensector
kwam in mei uit op 50,6 punten, de laagste stand in viereneenhalf jaar.
Vooral het veel lagere groeitempo in Frankrijk en Duitsland, de twee
grootste economieën van Europa, baarde analisten zorgen. Zij denken dat de
index in de loop van dit jaar onder de 50 punten duikt, hetgeen duidt op
krimp van de activiteit in de sector.
De Europese detailhandelsverkopen waren veel slechter dan verwacht. In april
daalden de verkopen met 0,6 procent ten opzichte van maart, terwijl
analisten rekenden op een stijging van 0,2 procent. In vergelijking met
april vorig jaar daalden de verkopen met 2,9 procent. Analisten rekenden
hier op een afname van 0,6 procent.
De euro zakte aanvankelijk weg ten opzichte van de dollar, maar tegen het
einde van de ochtend noteerde de Europese munt 1,5452 dollar, gelijk aan de
stand bij het slot van de Europese beurzen op dinsdag.
De verliezen op de aandelenmarkten zorgde voor een opleving van de
obligatiemarkt. De toonaangevende Bundfuture steeg 0,5 procent tot 112,16
punten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl